donderdag 2 juni 2011

minorpresentaties 16-06-2011

In het kader van de afrondende minor van de opleiding fysiotherapie hebben studenten weer een keur aan onderzoek- en innovatieprojecten uitgevoerd. Graag laten zij de resultaten hiervan aan u zien op 16 juni aanstaande. De presentaties zullen zowel in een interactieve (poster)presentatie als in korte presentaties in de zaal plaatsvinden. We hopen u te mogen begroeten op 16 juni. De zaal is open vanaf 18.00 uur, de opening vindt plaats om 18.15 uur en de studenten die een posterpresentatie houden in de pauze, zullen vanaf 18.25 uur een korte inleiding houden.
Door veelheid van de projecten vinden de zaalpresentaties in meerdere ruimten plaats. Deze ruimten liggen allen geclusterd in de G-vleugel, begane grond.

presentaties in ruimte F0.017 (was G0.097)

zaalvoorzitter: Bert-Jan Olivier
18.45-20.00 presentaties vrije minor

Bewegen tijdens chemotherapie
Mariëlle van Es en Lucy Fremouw

Binnen het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) loopt het onderzoek “Bewegen tijdens chemotherapie bij patiënten met een testistumor”. Wij hebben dit onderzoek voortgezet, aangescherpt en uitgebreid.
Patiënten hebben nu naast het begeleid trainen ook de mogelijkheid om zelfstandig te trainen op de afdeling Klinische Oncologie.
Vanuit het LUMC was er de wens om dit beweegprogramma uit te breiden naar patiënten met andere vormen van kanker.
Wij hebben literatuuronderzoek gedaan naar de trainingsmogelijkheden van patiënten met een osteosarcoom. Daarbij is met name gekeken naar de mogelijke belemmeringen die de chemotherapie vormt.

Het ontwikkelen van een vragenlijst voor reumatoïde artritis patiënten om het stellen doelen voor revalidatie te ondersteunen
Winke Pont

RA is een chronische aandoening die een grote impact heeft op het functioneren van een persoon in het dagelijks leven, daarom kan revalidatie in een multidisciplinair verband belangrijk zijn voor een aantal RA patiënten. Op dit moment ontbreken er goede instrumenten die RA patiënten ondersteunen om doelen te stellen voor hun revalidatie. Ik heb mij bezig gehouden met het maken van een vragenlijst gemaakt waarmee patiënten aan kunnen geven welke doelen zij belangrijk vinden bij hun revalidatie. Hierbij zijn verschillende perspectieven mee genomen, namelijk het perspectief van de zorgverlener die de behandeldoelen van RA patiënten opgenomen bij Sole Mio Ambulante zorg in het LUMC geformuleerd heeft, het perspectief van de patiënt in de vorm van een focusgroep studie en de ICF Core Sets voor RA.

MTSS
Dennis Hofstra, Robert-JanRavenbergen, Jan-Jaap van Schuylenburg en Wigo Veldhoven

MTSS, oftewel Mediaal Tibiaal Stress Syndroom, is een aandoening die veel voorkomt bij sporters en militairen. Het is een inspanningsgerelateerde klacht aan het onderbeen die er toe kan leiden dat activiteiten voor lange tijd gestaakt moeten worden. Maar welke structuur is aangedaan en wat kan je er aan doen? Dit zijn vragen die wij ons voorafgaande de afstudeeropdracht hebben gesteld. Het doel van ons afstuderen was uitzoeken wat MTSS eigenlijk is en of het mogelijk is om een oefenprotocol op te stellen ter preventie van MTSS. Na het lezen van veel niet eenduidige literatuur en overleg met het werkveld is het ons gelukt duidelijkheid te creëren over de aandoening en hebben wij een richtlijn opgesteld die eenvoudig hanteerbaar is voor elke fysiotherapeut.

20.20-21.30 presentaties Internationaal Perspectief en Chronisch Zieken

Ethiopië
Milou Bakker, Nerissa Franken en Inge Huver

Ons onderzoeksproject heeft plaatsgevonden in Ethiopië, Yabello. Dit ligt in de Borana zone, een streek waar de bevolking nog als pastoralisten/nomaden leeft. In deze streek is in 2010 een CBR (Community Based Rehabilitation) project opgezet, het eerste CBR project ter wereld dat werkt met nomaden. Hier hebben wij, in samenwerking met dit project een baseline onderzoek uitgevoerd, waarbij in kaart is gebracht hoe het project werkt, welke communicatielijnen er binnen het project lopen en wat de effectiviteit van het project momenteel is. Aan de hand van de resultaten van dit onderzoek zijn aanbevelingen gedaan. Daarnaast is in samenwerking met de medewerkers van het CBR project een tool ontwikkeld die gebruikt kan worden om het project vanaf nu te monitoren.

Gaat u met een gerust hart naar huis?
Carmen Eenink, Zefanja van der Sterre en Sofie Zuidam

Hartrevalidatie bestaat uit fysieke training al dan niet gecombineerd met psychologische interventies. Tot nu toe is er nog weinig bekend over wat de effecten van hartrevalidatie zijn op angst- en depressieklachten. Ook is er weinig onderzoek gedaan naar het hebben van angst- en depressieklachten en de invloed hiervan op de fysieke uitkomsten.
Daarom hebben wij met behulp van een database onderzoek gedaan naar de prevalentie van angst- en depressieklachten en de invloed hiervan op de fysieke uitkomsten van hartrevalidatie. Er is gekeken of het aanbieden van psychologische begeleiding een positief effect heeft op de fysieke en psychologische uitkomsten van hartrevalidatie. Hiernaast hebben wij in de literatuur bekeken wat er beschreven staat over het hebben van angst- en depressieklachten en de invloed hiervan op de fysieke uitkomsten van hartrevalidatie.

HADSikidee
Bob Clijsen, Mike van Dijk en Eva Hofman

Angst en depressie wordt tegenwoordig gezien als onafhankelijke risicofactor voor hart- en vaatziekten, tijdens het hartrevalidatieprogramma is specifieke aandacht op dit gebied dan ook noodzakelijk. Het onderzoek is gericht op het beoordelen van de invloed van de Hospital Anxiety and Depression Scale (HADS) vragenlijst op de screening ten aanzien van angst en depressie. De HADS vragenlijst wordt daarbij vergeleken met de huidige screening bestaande uit de vier dimensionale klachtenlijst en kwaliteit van leven hartpatiënt vragenlijst.
Er wordt beoordeeld welke invloed de screening met behulp van de HADS vragenlijst heeft op de logistiek van het Rijnlands Revalidatie Centrum en de beleving van zowel de revalidanten als de zorgverleners. Hierbij wordt gekeken of met behulp van de HADS vragenlijst bepaald kan worden welke psychosociale begeleiding nodig is bij de revalidant. Tevens wordt bepaald welke invloed fysieke training en psychosociale interventies hebben op angst en depressie.

Presentaties in ruimte G1.023

Zaalvoorzitter: Henk Lieffering
18.45-20.00 presentaties stabiliteit

Toepassen van een hakverhoging bij een dorsaalflexie beperking in de enkel, zinvol of toch niet?
Leo Casteel, Sjoerd Commandeur, Laura Janssen, Maurits Ruhl, Matthijs Visser en Guido Verschoor.

Stel, u heeft een bewegingsbeperking in de enkel en krijgt een hakverhoging door de therapeut aangemeten. Maar werkt dit eigenlijk? Is het toevoegen van een hakverhoging wel effectief?
Tijdens de minor Stabiliteit & Beweging zijn wij op zoek gegaan naar het antwoord. Dit hebben we gedaan met het nabootsen van een beperking d.m.v. een spalk en het toevoegen van een hakverhoging. Grote verschillen zijn er gezien tijdens het filmen. Zal dit zelfde resultaat ook tijdens het analyseren van de video’s naar voren komen? Tijdens onze presentatie bespreken we onze bevindingen en resultaten van het onderzoek.

CureTape of Leukotape?
David Mayerffy-Molnar, Patricia Paling, Nathalie Rooijers, Jessica Rutte, Renée van der Ven en Sabine van der Weele

Wat werkt beter als het gaat om beperking van inversie van de enkel: CureTape of Leukotape? Wij hebben dit onderzocht. Met behulp van videoanalyse is gemeten of er verschillen zijn tussen de werking van deze twee tapesoorten in de tijd bij het remmen van inversie in het enkelgewricht. Het onderzoek is uitgevoerd bij 10 gezonde proefpersonen tussen de 20 en 45 jaar. Beide tapesoorten zijn aangebracht volgens de MTC-methode (Medical Taping Concept). Tijdens het onderzoek zijn metingen verricht na 0, 5, 10, 20 en 30 minuten lopen op de loopband (5 km/h) en na 24 uur. Benieuwd naar de resultaten? Kom naar de presentatie. Daar zullen de resultaten worden toegelicht.

Reebok Easytone

Joyce Elsbroek, Marije Goudswaard, Suzanne van de Molen, Manouk Mooring en Emilie Vreeburg.

‘Strakkere benen en billen met iedere stap.’ Dit is wat de Reebok Easytone belooft te doen. Speciaal ontwikkelt om op te lopen en al je andere dagelijkse bezigheden op uit te voeren. Om het effect van de schoen te onderbouwen heeft Reebok een onafhankelijk onderzoek naar de Easytone uitgevoerd waaruit blijkt dat de schoen daadwerkelijk effect heeft. Daarbij wordt echter vergeten te melden dat het onderzoek niet aan een kritische blik is onderworpen. De kwaliteit van het onderzoek kan daarmee in twijfel getrokken worden. Hoe komt het echter dat mensen die de Easytones dragen effect van de schoen merken? Wat is waar? En welk onderzoek heeft het bij het rechte eind? Om hier achter te komen heeft de minorgroep een onderzoek uitgevoerd om te kijken wat de spieractiviteit is van de m. gastrocnemius tijdens het lopen op de Easytones in vergelijking met All star schoenen. Tevens heeft de minorgroep gekeken naar de schokdemping van de Easytones in het art. genus.

20.20-21.30, presentaties stress&pijn

Hartcoherentie bij burnoutpatiënten
Joyce Elsbroek, Marije Goudswaard, Suzanne van de Molen, Manouk Mooring en Emilie Vreeburg.

Stress op de werkvloer, vrijwel iedere werknemer komt ermee in aanraking. Zolang de werkdruk zich blijft afwisselen is er niets aan de hand maar wanneer de werkdruk te groot wordt en deze langdurig aanhoudt raakt men in een vicieuze cirkel. Het lichaam gaat in protest en de werknemer kan de druk niet meer aan. Ten prooi gevallen aan de burnout. De minorgroep is via Fitmanagement Hoofddorp in aanraking gekomen met een innovatieve behandeling voor burnoutpatiënten, namelijk hartcoherentie. Hartcoherentie maakt gebruik van biofeedback waardoor het resultaat van de therapie ook zichtbaar is. De therapie wordt tastbaar en de patiënt kan niet alleen voelen maar ook zien wat de oefeningen voor hem kunnen betekenen. Het is de minorgroep opgevallen dat er geen protocol ontwikkeld is voor hartcoherentie bij burnoutpatiënten en daarbij is de volgende vraagstelling ontstaan: Wat is een zinvolle invulling van hartcoherentie behandelingen bij patiënten met een burnout?

Make up your MIND and GET up! Advies voor de fysiotherapeutische behandeling van het Chronisch vermoeidheidssyndroom

Rowan Coene, Nathalie Rooijers, Renée van der Ven en Vera Weber

Het gevoel van vermoeidheid, na een lange dag hard werken of een intensieve sportsessie, dat kennen we allemaal wel. Na een heerlijke nachtrust, ben je weer helemaal klaar voor een nieuwe dag. Maar wat, als de moeheid niet overgaat na een nacht slapen? Wat als deze langere tijd aan blijft houden? Het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) wordt gekenmerkt door aanhoudende of steeds terugkerende ernstige vermoeidheid, die minimaal zes maanden aanwezig is en waarvoor nog geen somatische oorzaak gevonden kan worden. De vermoeidheid wordt niet veroorzaakt door inspanning en verbetert niet aanzienlijk door het nemen van rust.
Er wordt een advies gegeven aan collega fysiotherapeuten voor de behandeling van patiënten die in hun chronische vermoeidheid gefixeerd zijn. Centraal in dit advies staat de vraag op welke wijze een fysiotherapeut het best patiënten met CVS kan behandelen die gefixeerd zijn in bepaalde gedrags-, bewegings-, en denkpatronen.

Te veel op je nek halen
Patricia Paling, Jessica Rutte, Sabine van der Weele en Eveline Wegman.

Nekklachten komen veel voor in de eerstelijns praktijk. Veelal zijn de klachten stressgerelateerd. Het is van belang dat het diagnostische en therapeutische proces hierop worden aangepast.
Het SCEGS-model (Somatiek, Cognitie, Emotie, Gedrag en Sociaal) kan hiervoor als uitgangspunt worden gebruikt. Dit model biedt de fysiotherapeut handvatten om zowel de somatische als psychosociale factoren in de anamnese zo volledig mogelijk en op gestructureerde wijze in kaart te brengen. In het kader van de innovatieopdracht is m.b.v. het SCEGS-model een advies opgesteld dat richting kan geven aan de diagnostiek en behandeling van (stressgerelateerde) nekklachten voor de algemeen fysiotherapeut in de eerstelijns praktijk.

presentaties in ruimte G0.038

Zaalvoorzitter: Tijmen Koet
18.25-18.40 korte aankondiging posterpresentaties


Meten en Trainen op CAREN

Kim Bakhuis en Miranda Groenewegen

Het Militair Revalidatie Centrum in Doorn heeft de beschikking over een Computer Assisted Rehabilitation Environment (CAREN) Systeem. Er bestaat de mogelijkheid om revalidanten te trainen op een veilige en functionele wijze. De vooruitgang die een revalidant maakt kon niet in kaart worden gebracht. Wel is uit eerder onderzoek een meetinstrument, de XCOM-meting, ontwikkeld, welke een waarde geeft aan de balans in het sagittale vlak. Deze pilot studie richtte zich op het valideren van de XCOM-meting als meetinstrument bij CVA-revalidanten voor trainingen op CAREN. Tijdens het onderzoek bleek de XCOM-meting niet uitvoerbaar bij iedere CVA-revalidant die training op CAREN volgt. De onderzoekers hebben toen gekozen om een meetinstrument te ontwikkelen voor de observatie van de balans bij trainingen op CAREN.

You’re never too old for WIIhabilitation.
Lars Bakker, Jasper Cornelissen, Rianne van der Voorst

Hoewel gamen in toenemende mate gebruikt wordt in de fysiotherapeutische praktijk is er tot nu toe weinig bekend over de haalbaarheid en effectiviteit bij patiënten met problemen met stabiliteit en of balans.
Het doel van het onderzoek was het vaststellen van de haalbaarheid en praktische toepasbaarheid van een behandelprotocol voor patiënten met CVA en of knieartrose en balans of stabiliteitsproblematiek.
Er is door de werkgroep een behandelprotocol opgesteld aan de hand van literatuurstudie en benadering van het externe werkveld. De basis hiervan bestond uit een recent ontwikkeld behandelprogramma genaamd TherapWii.
In een pilotstudie bij 3 CVA patiënten en 2 patiënten met knie artrose werd onderzocht in hoeverre het behandelprotocol praktisch uitvoerbaar was en werden ervaringen van patiënten en fysiotherapeuten met het behandelprogramma geïnventariseerd.

18.45-20.10 podiumpresentaties stabiliteit/bewegen en vrije keuze


Hallux Rigidus; De Grote Teen, daar kun je niet omheen!
E. de Groot, W. van de Heuvel, , R. luiten, J. van Noorloos, L. Overwater, M. de Rover en S. Zwaan.

Artrose in de grote teen is een toenemend probleem onder ouderen en hardlopers. De bewegingsbeperking die artrose in de grote teen veroorzaakt wordt in de literatuur beschreven als de ‘Hallux Rigidus’ (stijve grote teen). Vaak wordt er de analyse van de gang naar de grotere gewrichten gekeken (heup, knie, enkel), en geconcludeerd dat een beperking in één van deze gewrichten de oorzaak zou kunnen zijn voor een afwijkend gangpatroon. Hierin wordt de grote teen niet vaak als hoofdoorzaak beschouwd van een afwijkend gangpatroon.
Is dit wel terecht?
In ons onderzoek is een bewegingsbeperking van de grote teen gesimuleerd, waarna is onderzocht wat het compensatiegedrag van de enkel, het verschil in rotatiestand van het been en de verandering in het lichaamszwaartepunt is.


Powerball vs. biljartbal; toegevoegde waarde van gyroscopisch effect?
Verschil in spieractiviteit van de m. extensor carpi radialis longus en brevis

Rowan Coene, Mirjam Meijer, Justine Schenk, Yvette van der Velde, Vera Weber en Eveline Wegman

De Powerball is een trainingsapparaat voor de handen, polsen en armen. De Powerball is een bal met daarin een 200gram zware rotor. Deze rotor draait om een as en door de Powerball steeds sneller rond te laten draaien, wordt een oefening steeds zwaarder (tot 15kilo!). In dit experimenteel onderzoek wordt de gyroscopische werking van de Powerball onderzocht in vergelijking met een biljartbal op de m. extensor carpi radialis longus en brevis. Tevens wordt er een mogelijke verklaring gegeven voor het verschil in de spieractiviteit van de m. extensor carpi radialis longus en brevis voor de klachten die patiënten met een epicondylitis lateralis ervaren.

Behandeling van myofasciale trigger points
Joyce van Noorloos en Lianne Overwater

In de fysiotherapie zijn er meerdere denkwijzen over de behandeling van myofasciale trigger points. Er zijn steeds meer innovatieve ontwikkelingen op het gebied van de behandeling. Maar welke behandeling is nu het meest effectief? ‘Ouderwets’ masseren of toch dry needling, waar de laatste tijd steeds meer over geschreven wordt. Ook het gebruik van shockwave is nog vrij nieuw, wat als een veelbelovende behandelmethode wordt gezien.
In dit afstudeerproject is er een literatuur onderzoek verricht naar de effectiviteit van massage, dry needling en shockwave in de behandeling van myofasciale trigger points. Hierbij is er gekeken naar de uitkomstmaten pijnintensiteit en range of motion.

20.20-21.30 posterpresentaties stress&pijn


CRPS type 1: Spiegels en gedragsverandering

Leo Casteel, Laura Janssen, Kathelijne de Keijzer en Stephanie Zwaan


CRPS blijft een onbekende aandoening, zonder passende behandeling. Of toch niet? Door verschillende processen in het zenuwstelsel aan elkaar te koppelen blijkt ‘onbekend’ te kort door de bocht te zijn. En spiegeltherapie blijkt uit recente onderzoeken een passend antwoord te kunnen zijn op de in het zenuwstelsel geïntegreerde aandoening. Maar hoe pas je deze vooruitgang toe op een persoon die juist weigert zijn aangedane hand te gebruiken? Wij beschrijven CRPS type 1 en spiegeltherapie vanuit de neurologie en combineren dit met gedragsmatige therapie.

Het hyperventilatiesyndroom; een adembenemende angst
David Mayerffy-Molnar, Mirjam Meijer, Justine Schenk, Yvette van der Velde

Hyper staat voor teveel, ventilatie voor ademen. Maar wat is het hyperventilatiesyndroom en bestaat dit wel? Wat kun je als fysiotherapeut in de eerstelijn voor deze patiënten betekenen? De afgelopen jaren is er na vele onderzoeken duidelijk geworden dat het hyperventilatiesyndroom een paniekstoornis is. Maakt deze gedachte het dan een uiterst psychisch probleem of kan het hyperventilatiesyndroom ook somatisch worden aangepakt? Kun je hier iets mee als fysiotherapeut? Op deze vragen zal antwoord worden gegeven in onze presentatie. Hierin zullen wij een praktisch advies aan de eerstelijns fysiotherapeut, gezien de diagnostiek en behandeling van het hyperventilatiesyndroom, presenteren.

Behandeladvies voor chronische whiplashklachten,
Mindfulness geïntegreerd in oefentherapie.

Erik de Groot, Wouter van den Heuvel, Robert Luiten, Michael de Rover

Uit recente literatuur blijkt dat er een aantal factoren een grote rol spelen in het ontwikkelen van chronische whiplashklachten. Enkele hiervan zijn distress en catastroferen.
De huidige aanpak van chronische whiplashklachten door de fysiotherapeut ligt momenteel vaak op het stoornis- en activiteitenniveau, waarbij niet of nauwelijks wordt ingegaan op de factoren distress en catastroferen. Uit literatuur blijkt dat middels Mindfulness, wat ook toegankelijk is voor de fysiotherapeut, in kan worden gegaan op deze factoren.
In ons advies beschrijven wij hoe de fysiotherapeut een behandelprogramma van oefentherapie met Mindfulness kan toepassen in het behandelen van chronische whiplashklachten.