Volgende week dinsdag en donderdag vindt er een werkveldoverleg plaats voor begeleiders uit de senior- en juniorstage. Onderstaand een toelichting op een deel van de agendapunten. De agenda is enige weken geleden per mail aan alle adressen gestuurd. Mocht u geen mail ontvangen hebben, meldt u zich dan via fysio.stage@hsleiden.nl
klik op het document voor een vergroting
maandag 7 november 2011
uitkomst audit tbv accreditatie positief
Op 21 september heeft een auditcommissie van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) een bezoek gebracht aan de opleiding Fysiotherapie van de Hogeschool Leiden. Na gesprekken met docenten, onderwijsmanager en clusterdirecteur, werkveld en studenten en het grondig doornemen van producten uit het onderwijs, waaronder de stagewerkboeken, is de commissie afgelopen week tot een voorlopig oordeel gekomen. Dit oordeel is een advies aan de NVAO, waarmee deze direct kan instemmen of kan besluiten een "herkeuring" te plegen.
De bevindingen van de commissie waren op alle drie de onderdelen (voldoen aan de eindtermen/-competenties, opbouw en uitvoering van onderwijs, toetsen en beoordelen) positief. Alle onderdelen zijn met een voldoende beoordeeld, waarbij de aantekening is gemaakt dat, indien het programma Bachelor 2.0 volledig wordt geïmplementeerd zoals nu op papier, de eerste twee onderdelen mogelijk met een goed beoordeeld zouden worden.
Op dit moment wordt het rapport van de commissie door de opleiding bekeken en daar waar sprake is van feitelijke onjuistheden aangepast. Daarna zal de commissie het uiteindelijke oordeel doorgeven aan de NVAO, die uiterlijk december 2012 de definitieve accreditatie voor zijn rekening zal nemen.
De bevindingen van de commissie waren op alle drie de onderdelen (voldoen aan de eindtermen/-competenties, opbouw en uitvoering van onderwijs, toetsen en beoordelen) positief. Alle onderdelen zijn met een voldoende beoordeeld, waarbij de aantekening is gemaakt dat, indien het programma Bachelor 2.0 volledig wordt geïmplementeerd zoals nu op papier, de eerste twee onderdelen mogelijk met een goed beoordeeld zouden worden.
Op dit moment wordt het rapport van de commissie door de opleiding bekeken en daar waar sprake is van feitelijke onjuistheden aangepast. Daarna zal de commissie het uiteindelijke oordeel doorgeven aan de NVAO, die uiterlijk december 2012 de definitieve accreditatie voor zijn rekening zal nemen.
stagebeoordeling met behulp van de competenties
Naar aanleiding van de ontwikkelingen in het onderwijs, de vorming van curriculum 2.0 en de aanbevelingen van een eerdere accreditatiecommissie, is het onderwijs sterker gestoeld op de beschreven competenties en beroepsrollen van het KNGF. Als uitvloeisel daarvan is er een opleidings competentieprofiel beschreven en is er nu een beoordelingslijst seniorstage gemaakt die een directe afspiegeling is van de competenties zoals die behaald horen te zijn aan het eind van de seniorstage. In het functioneren binnen de stage worden de competenties horende bij de beroepsrollen hulpverlener en manager (organiseren en onderdelen van ondernemen) getoetst op eindniveau.
In de bijlage screenshots van de lijst. De lijst zelf zal ook via de mail worden toegezonden (helaas is er geen documentenuitwisseling mogelijk via het blog). Klik op de foto om een vergroting te zien. De puntentoekenning vindt plaats op basis van de meest relevante uitspraak per item (1, 2 of 3)
In de bijlage screenshots van de lijst. De lijst zelf zal ook via de mail worden toegezonden (helaas is er geen documentenuitwisseling mogelijk via het blog). Klik op de foto om een vergroting te zien. De puntentoekenning vindt plaats op basis van de meest relevante uitspraak per item (1, 2 of 3)
kwaliteitsborging stageplaatsen (bespreekpunt werkveldoverleg)
Inleiding
De kwaliteit van de stages wordt bepaald door een drietal elementen die in nauwe samenhang met elkaar moeten leiden tot een goed geolied stageproces. Het stageondersteunend onderwijs, de begeleiding in en beoordeling van de stage vanuit de opleiding en het stagelopen op het stageadres. Binnen alle drie de elementen zijn verbeteringen mogelijk, zoals blijkt uit evaluaties onder studenten, besprekingen van de stages onder docentbegeleiders en informatie verkregen uit het werkveldoverleg. Eenzelfde beeld van mogelijke verbeteringen wordt onderkend door andere opleidingen, blijkt uit het landelijk overleg stagecoördinatoren. Het met elkaar bespreken van de aandachtspunten en het luisteren naar de oplossingen die worden aangedragen heeft geleid tot het nu voorliggende voorstel voor verbetering van de stage. De drie elementen zullen allen de revue passeren, maar niet elk element zal even intensief of uitputtend worden beschreven, mede vanwege het feit dat de focus voor de eerste ronde van verbeteringen met name is komen te liggen op de aanpak van de beoordeling, de verbetering van het lesaanbod en de beschrijving van de kwaliteit van het stageadres. Dit laatste niet omdat er twijfel bestaat over die kwaliteit, maar omdat er geen goed registratie- en evaluatiesysteem hiervoor is opgesteld.
Kwaliteit van de stageadressen
Grootste aandachtspunt in kwaliteit van de stageadressen is het niet hebben van een goede registratie van deze kwaliteit. Door een systeem van koppeling van docentbegeleider aan adres is er naar het idee van de opleiding een goed beeld van de wijze waarop de student zich op het adres kan ontwikkelen. Daarnaast is er over het algemeen een vertrouwensband tussen adres en docentbegeleider en kunnen knelpunten in de begeleiding of de mogelijkheden voor de student goed besproken worden. Er is echter geen registratie van “kwaliteit” en geen systematische aanpak van de borging door middel van een PDCA-cyclus.
Eerste stap in het daadwerkelijk vormen van een kwaliteitssysteem is het in kaart brengen van de elementen die leiden tot kwaliteit in de stagebegeleiding. Dit zal plaatsvinden in overleg met het werkveld, de docentbegeleiders en de studenten. Een eerste opzet hiervoor zal worden besproken in de werkveldoverleggen en docentbegeleidersvergadering van november. Daarnaast zal het worden voorgelegd aan de onderwijscommissie, waarin docenten en studenten zijn vertegenwoordigd en aan de beroepenveldcommissie. Binnen deze overleggen zal over de wijze van aanpak van het project worden nagedacht, bijvoorbeeld over de vorming van een commissie met leden uit de verschillende geledingen die de kwaliteitsborging verder uitwerken.
De kwaliteit van de stages wordt bepaald door een drietal elementen die in nauwe samenhang met elkaar moeten leiden tot een goed geolied stageproces. Het stageondersteunend onderwijs, de begeleiding in en beoordeling van de stage vanuit de opleiding en het stagelopen op het stageadres. Binnen alle drie de elementen zijn verbeteringen mogelijk, zoals blijkt uit evaluaties onder studenten, besprekingen van de stages onder docentbegeleiders en informatie verkregen uit het werkveldoverleg. Eenzelfde beeld van mogelijke verbeteringen wordt onderkend door andere opleidingen, blijkt uit het landelijk overleg stagecoördinatoren. Het met elkaar bespreken van de aandachtspunten en het luisteren naar de oplossingen die worden aangedragen heeft geleid tot het nu voorliggende voorstel voor verbetering van de stage. De drie elementen zullen allen de revue passeren, maar niet elk element zal even intensief of uitputtend worden beschreven, mede vanwege het feit dat de focus voor de eerste ronde van verbeteringen met name is komen te liggen op de aanpak van de beoordeling, de verbetering van het lesaanbod en de beschrijving van de kwaliteit van het stageadres. Dit laatste niet omdat er twijfel bestaat over die kwaliteit, maar omdat er geen goed registratie- en evaluatiesysteem hiervoor is opgesteld.
Kwaliteit van de stageadressen
Grootste aandachtspunt in kwaliteit van de stageadressen is het niet hebben van een goede registratie van deze kwaliteit. Door een systeem van koppeling van docentbegeleider aan adres is er naar het idee van de opleiding een goed beeld van de wijze waarop de student zich op het adres kan ontwikkelen. Daarnaast is er over het algemeen een vertrouwensband tussen adres en docentbegeleider en kunnen knelpunten in de begeleiding of de mogelijkheden voor de student goed besproken worden. Er is echter geen registratie van “kwaliteit” en geen systematische aanpak van de borging door middel van een PDCA-cyclus.
Eerste stap in het daadwerkelijk vormen van een kwaliteitssysteem is het in kaart brengen van de elementen die leiden tot kwaliteit in de stagebegeleiding. Dit zal plaatsvinden in overleg met het werkveld, de docentbegeleiders en de studenten. Een eerste opzet hiervoor zal worden besproken in de werkveldoverleggen en docentbegeleidersvergadering van november. Daarnaast zal het worden voorgelegd aan de onderwijscommissie, waarin docenten en studenten zijn vertegenwoordigd en aan de beroepenveldcommissie. Binnen deze overleggen zal over de wijze van aanpak van het project worden nagedacht, bijvoorbeeld over de vorming van een commissie met leden uit de verschillende geledingen die de kwaliteitsborging verder uitwerken.
mogelijke criteria voor kwaliteitsborging stageplaatsen
Algemeen:
Werkzaamheden:
Begeleiding:
- De stage-instelling heeft de beschikking over een door de student te gebruiken behandelruimte
- De stage-instelling heeft een cliënt administratiesysteem dat toegankelijk is voor de student
- De stage-instelling voldoet minimaal aan de inrichtingseisen van het KNGF
- De stage-instelling biedt regelmatig plaats aan stagiairs, minimaal vijf maal per vijf jaar
- De “basis fysiotherapie” in de volle breedte is een relevant onderdeel van de werkzaamheden in de stage-instelling
Werkzaamheden:
- De stage-instelling heeft een cliëntpopulatie van minimaal ……
- De stage-instelling heeft een doorloop van gemiddeld …. cliënten per week
- De student heeft in de stage-instelling de mogelijkheid minimaal 20 (deel)onderzoeken uit te voeren
- De student heeft de mogelijkheid in de stage-instelling minmaal acht patiënten volledig zelfstandig te begeleiden gedurende de stageperiode, mits hiertoe capabel.
- De student heeft de mogelijkheid deel te nemen aan intercollegiaal en/of multidisciplinair overleg
- De student heeft de mogelijkheid de planning en uitvoering van werkzaamheden zelfstandig te bepalen binnen de grenzen van de instelling
- De student heeft de mogelijkheid zelfgekozen onderzoeks- en behandelmethoden toe te passen, mits verantwoord
- De student heeft de mogelijkheid adviesgesprekken te voeren met cliënten en zelfstandig advies te geven, mits capabel
- Werkzaamheden vinden aantoonbaar plaats op basis van EBP
Begeleiding:
- De stagiair wordt begeleid door maximaal twee praktijkbegeleiders
- Praktijkbegeleiders hebben de cursus stagebegeleiding gevolgd of zijn bereid deze binnen het jaar te volgen
- Praktijkbegeleiders verplichten zich de evaluatie met de student minimaal vier maal per periode uit te voeren
- Praktijkbegeleiders zijn inhoudelijk stimulerend, voorwaardenscheppend voor het leerproces en kritisch in de evaluatie van het handelen van de stagiair
- Praktijkbegeleiders geven gevraagd en ongevraagd feedback
- Praktijkbegeleiders stellen in samenspraak met de stagiair heldere regels een kaders voor het functioneren binnen de stage-instelling
- Praktijkbegeleiders zijn op de hoogte van de doelstellingen van de stage en het door de student gevolgde curriculum
- Praktijkbegeleiders informeren de docentbegeleider van de opleiding over het functioneren van de stagiair op de daartoe geplande gesprekken, maar ook daarbuiten indien de situatie daarom vraagt
fysiotherapie 2e in keuzegids Elsevier
Hoewel er altijd wat te verbeteren valt en de berichten vanuit het werkveld niet altijd positief zijn, is het toch ook prettig als er vanuit de studenten positieve berichten komen. In de evaluatie van de opleiding, uitgevoerd door Elsevier staat de opleiding fysiotherapie op een gedeelde tweede plaats met Avans, achter hogeschool Zuydt. Uit het rapport:
De opleiding Fysiotherapie van Hogeschool Leiden scoort goed bij de eigen studenten. Dit blijkt uit de Studiekeuzegids en en de Elsevier Beste Studies; beiden baseren zich op de Nationale Studenten Enquête. In Elseviers De Beste Studies uit oktober 2011 komt Fysiotherapie van Hogeschool Leiden landelijk gezien op de tweede plaats. Studenten Fysiotherapie van Hogeschool Leiden geven de opleiding gemiddeld het cijfer 7 voor inhoud en organisatie van de opleiding. De studenten zijn met name te spreken over de bekwaamheid en inzet van de docenten en de voorbereiding op en kennismaking met de beroepspraktijk.
Dit beeld komt ook naar voren in de Studiekeuzegids: op de onderdelen programma, toetsing, docenten, vaardigheden, loopbaanvoorbereiding en contact scoort de Fysiotherapieopleiding van Hogeschool Leiden beter dan gemiddeld.
Uit landelijke cijfers blijkt dat afgestudeerde Fysiotherapeuten snel na het behalen van hun bachelor diploma aan het werk gaan. Hogeschool Leiden leidt haar potentiële fysiotherapeuten niet alleen breed op, zij worden ook goed voorbereid op een toekomst waarin steeds meer mensen leiden aan (blijvende) ziekten als reuma, astma, suikerziekte of obesitas. In Leiden is hiervoor ook een masteropleiding.
Gemotiveerde studenten met een extra drive hebben bij Fysiotherapie van Hogeschool Leiden een streepje voor. Zij kunnen gebruikmaken van de decentrale selectieprocedure. Hierdoor hebben zij een grotere kans om te worden toegelaten tot een van de opleidingsplaatsen. Dit jaar krijgen talentvolle vwo-studenten daar bovenop nog een extra kans om te worden toegelaten.
De opleiding Fysiotherapie van Hogeschool Leiden scoort goed bij de eigen studenten. Dit blijkt uit de Studiekeuzegids en en de Elsevier Beste Studies; beiden baseren zich op de Nationale Studenten Enquête. In Elseviers De Beste Studies uit oktober 2011 komt Fysiotherapie van Hogeschool Leiden landelijk gezien op de tweede plaats. Studenten Fysiotherapie van Hogeschool Leiden geven de opleiding gemiddeld het cijfer 7 voor inhoud en organisatie van de opleiding. De studenten zijn met name te spreken over de bekwaamheid en inzet van de docenten en de voorbereiding op en kennismaking met de beroepspraktijk.
Dit beeld komt ook naar voren in de Studiekeuzegids: op de onderdelen programma, toetsing, docenten, vaardigheden, loopbaanvoorbereiding en contact scoort de Fysiotherapieopleiding van Hogeschool Leiden beter dan gemiddeld.
Uit landelijke cijfers blijkt dat afgestudeerde Fysiotherapeuten snel na het behalen van hun bachelor diploma aan het werk gaan. Hogeschool Leiden leidt haar potentiële fysiotherapeuten niet alleen breed op, zij worden ook goed voorbereid op een toekomst waarin steeds meer mensen leiden aan (blijvende) ziekten als reuma, astma, suikerziekte of obesitas. In Leiden is hiervoor ook een masteropleiding.
Gemotiveerde studenten met een extra drive hebben bij Fysiotherapie van Hogeschool Leiden een streepje voor. Zij kunnen gebruikmaken van de decentrale selectieprocedure. Hierdoor hebben zij een grotere kans om te worden toegelaten tot een van de opleidingsplaatsen. Dit jaar krijgen talentvolle vwo-studenten daar bovenop nog een extra kans om te worden toegelaten.
Abonneren op:
Posts (Atom)